-
1 the road zigzagged down to the valley
English-Dutch dictionary > the road zigzagged down to the valley
-
2 zigzag
adj. zigzaggend; heen en weer gaand--------adv. heen en weer gaand, in een zigzag beweging--------n. zig-zag (een gebroken lijn die heen en weer gaat)--------v. zig zaggenzigzag1[ zigzæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zigzag————————zigzag2〈werkwoord; zigzagged〉♦voorbeelden:————————zigzag3〈 bijwoord〉
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
